De leefbare stad volgens Manu Claeys
Manu Claeys, essayist, activist en voorzitter van het Antwerpse bewonerscollectief stRaten-generaal, krijgt het laatste woord op onze trefdag. In 2010 kreeg stRaten-generaal de Prijs voor de Democratie en in 2017 sloot het met de Vlaamse overheid een Toekomstverbond af over een duurzaam mobiliteitsplan in Antwerpen. Sinds zijn veelbesproken essay Het Vlaams Blok in elk van ons (2001) exploreert Claeys al bijna twee decennia eigentijdse vormen van politiek burgerschap. In zijn nieuwste boek “Red de Democratie” pleit hij voor een verrijkte invulling van politiek burgerschap. Hij stond ons gepassioneerd te woord over zijn visie op een leefbare stad.
Hoe ziet een leefbare stad eruit?
Manu Claeys: “Een leefbare stad is gericht op kinderen. Wanneer je focust op kinderen maak je de stad aantrekkelijk voor jonge gezinnen en vermijd je een stadsvlucht. De financiële draagkracht van je stad zal groter zijn en het stadsbestuur heeft voldoende capaciteit om een gezond beleid te voeren dankzij de sociale mix en voldoende middelen die dan in je stad aanwezig zijn. Wanneer je focust op kinderen volgt de rest vanzelfsprekend. Natuurlijk moet er schone lucht zijn waar kinderen zijn, toegankelijke mobiliteit, kwaliteitsvolle scholen en kinderdagverblijven.
Daarnaast is een leefbare stad sneller realiseerbaar wanneer het stedelijk bestuur en bewoners dicht bij elkaar staan en makkelijk samen naar oplossingen kunnen zoeken voor een bepaalde problematiek. Daarom is burgerparticipatie ook zo belangrijk! Maar dan wel de correcte invulling ervan. Participatie is geen loutere aanvulling op het verkiezingsproces, ‘je bent verkozen dus nu ga je die participatie mogelijk maken’. Verkozenen die participatie willen stimuleren moeten zelf ook veranderen. De verkiezingen vandaag zijn zo gedreven door het polariseren van de andere. Het is mijn overtuiging dat zulke burgemeesterskandidaten, die sterk aansturen op conflict en polariseren, geen believers van participatie kunnen zijn. Wanneer je een discours voert dat is gestoeld op het onderuithalen van je vijanden, ben je dan in staat om in diezelfde sfeer en op een geloofwaardige wijze te zeggen dat je mensen wil samenbrengen om gezamenlijk naar oplossingen te zoeken? Neen, die houding klopt niet.
Dus er schort iets aan ons verkiezingssysteem.
Claeys: “Stemmen is al lang geen rationele keuze meer. Het heeft vandaag nog weinig te maken met alle programma’s en brochures na te lezen en daar een overwogen keuze uit maken. We stemmen veel meer vanuit het buikgevoel en vanuit een traditie. Dat is voor velen de kern van de democratie: een campagne waarbij je als kiezer stemt vanuit een familiale band. Maar dat volstaat niet om het over een performante democratie te kunnen hebben. De lezing op de Pulse Trefdag zal interessant zijn omdat de gemeenteraadsverkiezingen al een aantal resultaten zullen gebracht hebben.
Welke rol speelt het middenveld?
Claeys: “We zijn er in geslaagd om met stRaten-generaal thema’s te agenderen, om mee aan te tafel te zitten binnen bepaalde procedures. Je zou voor alle thema’s een parallel moeten kunnen trekken. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat thematische middenveldorganisaties met hun expertise mee aan tafel zitten. De Belgische steden zijn niet gigantisch, als je kijkt naar Antwerpen waar slechts een half miljoen mensen samenwonen, dan kan je zoiets perfect realiseren. In stedelijke context hebben mensen ook echt goesting om de mouwen op te rollen, projecten uit te tekenen en naar oplossingen te zoeken.
Op dit moment zitten veel middenveldorganisaties financieel tot op het bot. De meest experimentele projecten en creaties worden geschrapt. Alles wat niet voldoende verkoopt moet eruit en dat is jammer. Wanneer er meer geld zou gaan naar culturele en sociale organisaties, maar eveneens jeugdorganisaties, dan worden er ook meer risico’s genomen in het creëren. Dankzij zulke risico’s wordt de boot vooruit getrokken. Je kruipt uit je comfort zone, dàt is pionierschap. Door risico’s te durven nemen kan je het verschil maken. Het is essentieel dat verschillende middenvelden pionierschap opnemen en dat daar voldoende ruimte voor voorzien krijgen, mentaal én budgettair. Een overheid kan het pionierschap stimuleren door er budgetten voor vrij te maken en het signaal te geven dat zij erop vertrouwt dat dit belangrijk is voor ons. Als je de bedragen vergelijkt met andere sectoren, dan zijn de huidige bedragen die naar het middenveld gaan echt belachelijk laag.”
Manu Claeys sloot onze zevende trefdag TranCity af. Pulse Transitienetwerk is een netwerkorganisatie die de krachten van Cultuur, Jeugd en Media bundelt voor een transitie naar een duurzame en sociaal rechtvaardige samenleving.