Inspiratie: De blik van Nina — Een duurzame cultuursector? Een expo over het klimaat is niet de oplossing
Dit artikel werd geschreven door Nina Maat in opdracht van OP/TIL in het kader van hun project ‘Cultuur & Natuur’. Blijf via hun modderige nieuwsbrief op de hoogte van acties en inspiratie over dit thema.
Hoe ziet de toekomst van de cultuursector er volgens jou uit? OP/TIL vroeg me een visie uit te schrijven over waar natuur en cultuur elkaar ontmoeten. Een niet te onderschatten opdracht. Een logische vraag aan iemand die vooral in de ‘milieusector’ werkt. Een gekke vraag voor ‘een vreemde eend’ in de cultuursector. Ik proefde slechts even van een deeltje van de culturele scene in Vlaanderen. Dit door zelf een pop-upmuseum over circulaire economie op te richten.
Hoe kan de cultuursector de natuur integreren in zijn werking? Ik probeer vanuit mijn ervaringen, enkele aanbevelingen te doen.
Disclaimer: ik ga geen tips & tricks geven voor het aanpassen van je programmatie en publiekswerking. Want net zoals het landbouwsysteem, het economisch systeem en onze relatie met de natuur, is ook de cultuursector toe aan een serieuze update. Een paar liefelijke acties zullen het verschil niet maken. We beginnen beter bij het begin.
Natuur en cultuur zijn 1 geheel
Antropocentrisch wereldbeeld
De natuur is rijk aan biodiversiteit: geen enkel ecosysteem bestaat uit slechts 1 soort. In het water, op het land en in de lucht zien we hoe verschillende organismen van elkaar afhangen. Het belang ervan wordt in het Westen alsmaar duidelijker. Niet de corona- of de klimaatcrisis, maar de biodiversiteitscrisis zal de grootste uitdaging zijn omdat we er zo afhankelijk van zijn. Die afhankelijkheid botst met ons antropocentrisch wereldbeeld, waarbinnen we verwachten dat alles ons ter beschikking staat.
Dat wereldbeeld heeft ons serieus in de problemen gebracht. Volgens het Global Footprint Network heeft de Belg meer dan 4 aardbollen nodig om in zijn behoeftes te voorzien. Dit in tegenstelling tot groeperingen die beter in harmonie leven met de natuur. Iemand uit Nieuw-Guinea komt bijvoorbeeld toe met 1 aardbol. Zoiets kan je niet alleen afleiden uit emissies of materialenvoetafdruk per persoon. Maar ook uit taal.
Taal en wereldbeeld
Sommigen culturen hebben meerdere woorden voor eenzelfde begrip omdat het van belang is voor hun manier van leven. De Schotten hebben bijvoorbeeld een uitgebreide woordenschat voor sneeuw. Terwijl andere culturen juist geen woord hebben voor de natuur, omdat ze het niet als iets aparts zien. Dat illustreert ook de discussie rond het woord spirit animal, zogezegd afgeleid van de cultuur van de oorspronkelijke inheemse bevolking op het Amerikaanse continent. De inheemse bevolking gebruikt het woord niet, maar ze hebben wel een sterke connectie met de natuur. Het woord spirit animal is een Westerse uitdrukking, die kapitalisme in de hand werkt door te verschijnen in producten en liedjes.
Afkijken van de natuur
Het Westen had beter afgekeken hoe die relaties tussen mens en natuur vorm krijgen en elkaar in stand houden. Want enkel wanneer de natuur ruimte krijgt, kunnen we haar vruchten blijven plukken.
In België zou de cultuursector ook in al haar diversiteit moeten kunnen bloeien. Wat nu niet het geval is. Slechts een paar grote instellingen of cultuurstromen worden als relevant gezien. Jonge kunstenaars, alternatieve kunstvormen of kleinschalige projecten krijgen niet de kans volop te bloeien. Door juist diversiteit naar waarde te schatten, ontstaat er ruimte om ‘duurzaam handelen’ en thema’s als ‘natuurbeleving’ in de algemene werking te integreren. Niet als sporadische activiteit om de relevantie van een organisatie te legitimeren.
Net zoals in bosbeheer kan het interessant zijn om in een dichtbegroeid bos een aantal bomen weg te halen. Zodat er ruimte is om het zonlicht te laten stralen op de bodemlaag, opdat ook jonge scheuten de kans krijgen zich te ontwikkelen. Hassan Al-Hilou, die zich focust op jongerenontwikkeling, opperde een interessant idee. In plaats van grote instellingen geld te geven, gaat het geld rechtstreeks naar de jongeren zelf. Zij kiezen hoe zij zich ermee ontwikkelen. Dit soort ideeën zouden ook welkom zijn in de cultuursector.
“Net zoals in bosbeheer kan het interessant zijn om in een dichtbegroeid bos een aantal bomen weg te halen. Zodat ook jonge scheuten de kans krijgen zich te ontwikkelen.”
Een culturele instelling is van en voor burgers
Vandaag, niet morgen
Dat er al verschillende grapjes circuleren op sociale media, over musea die staan te popelen om tentoonstellingen over klimaatactivisme te organiseren, zegt genoeg. De realiteit dat dat pas over enkele jaren kan, wegens drukke agenda’s, is pijnlijk. Jonge kunstenaars en activisten, die er nu mee bezig zijn, niet betrekken, doet zeer (ze moeten zich al vastkleven aan een kunstwerk). Nog erger zijn instellingen die sporadisch ingaan op externe events. Ze werken samen met klimaatgroeperingen, uit angst voor een kleefpartij. Maar ze gaan geen duurzame relaties aan met andere kleinere cultuur- en duurzame initiatieven.
Sta open voor dialoog
Het wijst op weinig flexibiliteit en ruimte om als instelling visie te vormen en de algemene doelstellingen na te streven, om effectief van en voor het publiek te zijn. Wat bedoel ik hiermee? Ten eerste dat je zou denken dat aangezien we via belastingen allemaal bijdragen aan de cultuursector, de cultuursector ook voor iedereen open staat. In mijn queeste om via cultuur mensen te sensibiliseren over onze natuur, heb ik verschillende culturele instellingen gecontacteerd met de open vraag om eens samen te zitten, om te zien hoe we konden samenwerken. Hierbij stuitte ik op ‘wij moeten eerst vragen aan de overheid of we wel in dialoog met jou mogen’, tot ‘er is geen ruimte meer voor jouw project in deze stad’, of gewoon geen reactie.
Dit laatste was eigenlijk dan nog het meest sympathiek. Ik denk dat de angst rondom financiële middelen hier snel de kop opsteekt. Ten tweede mag de cultuursector dus meer open staan voor dialoog. Als je in dialoog gaat, kan je ook zien hoe je op andere manieren kan samenwerken door het verlenen van materiaal, ruimtes… Het zoeken naar synergieën kan een leuke en creatieve zoektocht zijn.
Natuur floreert bij voldoende ruimte en de juiste hoeveelheid voedingsstoffen
In plaats van in te zetten op een sporadische natuuractiviteit moet heel de werking duurzaam zijn. Zodat alle actoren kunnen meewerken met voldoening. Dat begint ten eerste in hoe je met personeel omgaat (of hoe juist niet zoals recentelijk duidelijk werd in het Museum van Schone Kunsten van Brussel). Een culturele plek zou een diverse en inclusieve plek moeten zijn, waar iedereen ruimte krijgt om creatief aan de slag te gaan en bureaucratie geen vertraging op de werking heeft.
Ten tweede moet de werking van een organisatie zo gebeuren dat creatievelingen terug zin krijgen samen te werken, dat ze weten waar ze aan toe zijn indien dit het geval is, zodat ze eigenaarschap hebben over hun eigen werking. Vaak zijn er slechte afspraken die leiden tot misnoegdheid.
Ten derde is het contact met het publiek van belang. Weet wie je als organisatie wil bereiken en al bereikt. Voor een nichekunstenaar is dit anders dan voor een grote instelling.
Tenslotte, is de relatie met de omgeving ook van belang. Hier hoef je het warm water niet uit te vinden. Vraag je af hoe energie-efficiënt je gebouw is. Heb je al nagedacht over een beleid rond het transport van je werknemers? En bekijk ook met welk materiaal je aan de slag gaat.
Cultuur floreert ook bij voldoende kruisbestuiving
Echt en oprecht
Duurzaam werken, betekent ook ‘waarachtig’, ‘echt en oprecht’ ergens werk van maken. Niet omdat het hip of trendy is, of omdat het goed staat… En als je dat doet, dan leg je vanzelf linken met andere sectoren of domeinen. Net zoals in de natuur zorgt kruisbestuiving voor een regeneratief systeem. Waar de financiële wereld zich baseert op cijfers, heeft cultuur de luxe een keuze te maken uit verschillende maatschappelijke vraagstukken. En daar de dialoog over milieu- en klimaatkwesties vaak doorgetrokken kan worden naar ongelijkheid, kapitalisme en liberalisme, zijn er opties genoeg.
Hou jezelf een spiegel voor
Een schoolvoorbeeld is het werk van Andy Warhol. Op het eerste gezicht is er geen link met natuur. Maar door de consumptiemaatschappij via kleurrijke beelden op ons netvlies te drukken, zet het de toeschouwer aan tot nadenken over onze manier van leven. Fauna en flora afbeelden is dus niet altijd nodig. Daar is de recent uitgekomen Avatar-film een voorbeeld van. De film verbeeldt de connectie tussen mens en natuur zo mooi, dat een kennis besloot veganist te worden. Ik vraag me af hoeveel dierentuinen dat effect al hebben gehad.
Ook Jane Goodall, die minister Ben Weyts vraagt dolfinaria te sluiten, is deel van de dialoog. Bijdragen aan waardering voor de natuur, kan op verschillende manieren. En dat is de sterkte van de culturele sector.
Voorkom een art drain
Dat er nood is aan dialoog, wordt steeds duidelijker. Subsidies voor cultuur vallen weg, politici minimaliseren het werk van creatievelingen of leggen de lat zo hoog dat enkel (dode) kunstenaars die in grote musea hangen de referentie zijn. Frappant, aangezien de covid-crisis heeft aangetoond hoe belangrijk cultuur voor ons allemaal is.
Nochtans wijst de basismissie op het departement cultuur wel de juiste richting op. Namelijk het stimuleren van culturele en sociale ruimtes die op verschillende manieren in dialoog en interactie gaan, op lange termijn.
Toch is er nood aan het heronderstrepen van het belang van de cultuursector in al zijn vormen. Pas van zodra dat er is, kan gekeken worden hoe haar beter te ondersteunen zodat ze haar ruimte volwaardig kan innemen. Zo niet, riskeren we een brain drain. Dit kan al opgemerkt worden door bijvoorbeeld kunstenaars die van Antwerpen naar Gent trekken om hun projecten leven te geven.
Zeg ‘neen’ tegen gratis werk
De tijd dat je als organisatie mag denken dat het bieden van een podium evenwaardig is aan geld, is voorbij. Niet alleen omwille van de economische realiteit waarin we leven. Iedereen moet gewoon de facturen kunnen betalen. Ook omdat grote of bepaalde instellingen niet meer zo gekend zijn bij bepaalde mensen. Onder andere door sociale media is cultuur sneller gedifferentieerd.
Er is nu niet enkel een bibliotheek, een cinema, een theater en een museum. Burgers beginnen zichzelf te groeperen los van deze instellingen. Waar de één fan is van een nationaal museum, zijn nichedesigners of sociale media met verschillende influencers het toppunt voor de ander. Mijn droom om een eigen museum op te zetten, betekent niet dat ik gratis voor andere musea wil werken. De droom is ontstaan uit reactie op de werking van musea waar ik vaak zaken mis. De enige instituten waar ik nu bijvoorbeeld gratis voor zou werken zijn Beyoncé en Missy Elliot en ga zo maar door. Terwijl dat voor een ander evengoed een stripmuseum of tekenacademie kan zijn.
Is er een gebrek aan budget? Dat komt vaak voor. Communiceer hier dan over en bekijk hoe je elkaar kan helpen, zodat de samenwerking voor iedereen aangenaam is. De grens tussen hoe en welke creativiteit verloond wordt, en welke niet, is dun. Wees dus transparant in je communicatie.
Klim uit je ivoren toren en ga in dialoog
Niet alleen geld speelt mee, ook het leven in een bubbel is een hindernis voor een duurzamere cultuursector. Zo zitten grote cultuurhuizen vaak in een ivorentoren en kijken ze pas uit het raam nadat ze op sociale media wit worden gemaakt (KMSKA). Evengoed claimen jonge initiatieven een divers publiek te bereiken, terwijl er vaak gecaterd wordt voor eigen publiek. Het gemeenschappelijke tussen deze actoren is dat het ons-kent-onsprincipe geen angst heeft de kop op te steken. Zo af en toe verder kijken dan de neus lang is, kan helpen de eigen werking een kritische spiegel voor te houden.
Ga de dialoog over ‘cultuur over alles en voor iedereen’ aan. Moet alle kunst inclusief, educatief zijn én een connectie met de natuur bevatten? Hoe meet je de waarde, via aantal bezoekers, verkochte werken of economische impact? Deze vragen kunnen een kader vormen voor een nieuwe generatie.
Geen one-size-fits-all-oplossing
Samenvattend ligt de oplossing dus niet in af en toe een activiteit rond milieu of klimaat te doen. Door het debat aan te gaan rond bovenstaande puntjes zou er een beter kader moeten komen. Zodat alle actoren beter weten waar ze aan toe zijn. Cultuur kan pas zegevieren als ze in haar biodiversiteit kan floreren. Hierbij is het belangrijk respect en transparantie na te streven met voldoende communicatie.
Wie is Nina Maat?
Vanuit haar geloof om de transitie naar een duurzame planeet te versnellen, richt Nina Maat zich op het opschalen van de circulaire economie. Dit doet ze door culturele bruggen te bouwen. MUCE, het eerste pop-upmuseum over circulaire economie is hier een voorbeeld van.