Het 'groene' boekje voor alle toekomstige klimaatgesprekken

Dit artikel werd geschreven door Heleen De Grande.

In 2019 wedijverden klimaatspijbelaar en klimaatdrammer nog om de titel ‘woord van het jaar.’ Nu, twee jaar later, getuigt thuisblijven van school eerder van een trouwe gehoorzaamheid dan van een activistisch gedachtegoed. Corona raast al meer dan één jaar met zijn bubbels, knuffelcontacten en lockdownfeestjes over ons heen. Klimaatjongeren en het klimaatprobleem verdwijnen terug wat meer naar de achtergrond. Maar niet als het van kunstorganisatie De Veerman afhangt. Zij ontwikkelden met e.co.lect een nieuwe taal om de problematiek rond klimaat en ecologie opnieuw bespreekbaar te maken. 

Eco-watte? 

“Taal kan je zien als een soort toverformule. Als je er woorden op kan plakken, dan kan je erover praten. En pas wanneer je er samen over kan babbelen, kan je oplossingen gaan formuleren”, aldus Rone Fillet van de Veerman. 

e.co.lect wil veel meer een verzameling aan blikken op een actuele problematiek zijn, dan een activistische schop onder je kont.

Welke nieuwe woorden zijn er nodig om te kunnen spreken over een complexe materie als het klimaat? Met die insteek ontwikkelde De Veerman het e.co.lect, een verzameling van nieuwe woorden en uitdrukkingen om klimaatverandering bespreekbaar te maken. 

Het werkwoord Trumpen betekent bijvoorbeeld dat iemand iets ontkent - de klimaatcrisis- en daarbij liegt. Slaak je een luchtzucht, dan snak je naar goede lucht omdat de luchtkwaliteit zo slecht is dat je niet vrijuit kan ademen. En een ecocriet, is iemand die wel bezorgdheid toont om het klimaat, maar geen actie onderneemt. 

Een snapshot van een generatie

ecolect.png

Het project e.co.lect vindt  zijn oorsprong in Word Up, een participatief traject in samenwerking met het Kaaitheater. Samen met theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit gaven zij workshops aan diverse groepen jongeren. Dit met als doel een nieuw lexicon omtrent klimaat en ecologie te ontwikkelen en zo tot een beter begrip te komen.

Hierbij vertrekt de Veerman niet vanuit een theoretisch begrippenkader, maar wel vanuit het individu. “Het gaat niet om een wij-zij denken. De bedoeling is niet om te polariseren tussen de ‘believers’ en ‘non-believers’. Het gaat om het kunnen verwoorden van alle verschillende opinies en gedachten omtrent klimaat.” Zo groeit het lexicon steeds, zonder dat daar per sé een moreel oordeel of activistische motivatie achter schuilt.  Het e.co.lect wil veel meer een verzameling aan blikken op een actuele problematiek zijn, dan een activistische schop onder je kont.

Neem het nu eens au sérieux 

“De klimaatproblematiek is al lang een groot probleem. Maar op één of andere manier geraken wij er als mensen niet aan toe om dat serieus te nemen. We zien de intensiteit en de omvang ervan niet in”, stelt Rone. Maar nieuwe formuleringen zoeken, voor alle gedachten en gevoelens die bij zo’n groot vraagstuk horen, kan wel een manier zijn om zo’n crisis te plaatsen. 

De huidige coronacrisis toont een mooie vergelijking. 

Zonder die nieuwe woorden als ‘bubbels’ en ‘anderhalvemetersamenleving’ hadden wij niet over maatregelen kunnen nadenken. Mensen zijn spiegels van elkaar. Je hebt elkaar nodig om alle problemen te kunnen zien. In zo’n crisis hebben we dus zoveel mogelijk ervaringen nodig om erover na te kunnen denken. En taal geeft ons een manier om dat te doen.” 

Wat constructieve vibes

Bovendien vonden ze het bij de Veerman tijd om jongeren en klimaat uit een negatieve berichtgeving te halen. “Klimaatjongeren, klimaatspijbelaars, … er is in het verleden een heel vocabulaire ontstaan die - vooral in de pers - heel negatief belicht werd.” De Veerman ijvert ervoor om nieuwe woorden te vormen in een positieve richting, naar een beter begrip van het probleem. 

“Het is niet voor niets dat we de jongeren als doelgroep kiezen. We zijn ervan overtuigd dat daar ook een vorm van ‘impulsievere wijsheid’ of ‘intenser activisme’ in zit.”

En in de toekomst? 

Na tentoonstellingen op o.a. het Klimaatfestival van Antwerpen, zal het nieuwe lexicon vanaf eind mei te bezichtigen zijn in Vormingscentrum Destelheide. Het is ook de bedoeling om op die locatie vanaf het najaar nieuwe workshops voor scholen te organiseren. Zo dikt het woordenboek steeds aan en blijft de tentoonstelling dynamisch. 

Daarnaast droomt de Veerman ook van een échte publicatie van het e.co.lect. En stiekem spelen ze al met een volledige productlijn van “cynische merchandising” in hun hoofd. Maar de ultieme grote droom? “We hopen dat het e.co.lect uiteindelijk gangbare taal wordt, een debat mogelijk maakt en zo ten dienste kan staan voor een mogelijke oplossing voor  het klimaatprobleem.”

Ruben Arnaerts