Sectoroverleg & praktijkbezoek Museum Plantin-Moretus

Op woensdagvoormiddag 11 mei bezochten we met een uitgebreide groep van museum- en erfgoedprofessionals het Museum Plantin-Moretus voor een overleg over duurzaamheid waarbij we de initiatieven en inspanningen van de gastlocatie vanuit eerste hand ontdekten. Museum Plantin-Moretus verweeft duurzaamheid transversaal door de doelstellingen van het strategisch beleid en dus ook de dagelijkse werking. De medewerkers van het museum namen de groep op sleeptouw en brachten een overzicht van de inspanningen sinds 2015. Tijdens het bezoek wisselden deelnemers gretig tips en informatie uit met collega’s van andere organisaties. Daarbij kwamen meerdere fenomenen aan bod die voor de hele sector gelden, zoals vertragingen op vlak van duurzaamheid ten gevolge van corona, draagvlak onder het personeel en samenwerkingen met diverse instellingen, van koepelorganisaties en lokale overheden tot internationale initiatieven en buurtwerkingen. Deze activiteit is onderdeel van een netwerktraject in samenwerking met FARO. Op basis van de uitkomst van de laatste bijeenkomst wordt telkens de volgende inhoudelijk vormgegeven.

 

Op basis van een eerste overleg in 2019 bleek de nood hoog aan voorbeelden van goede praktijken rond duurzaamheid. Niet altijd een evidentie voor erfgoedinstellingen, vaak gebonden aan strikte regels rond bijvoorbeeld de renovatie van een geklasseerd gebouw en verplicht rekening te houden met belanghebbenden zoals (lokale) overheden, personeel, publiek, enzovoort. Het Museum Plantin-Moretus is enerzijds vertrouwd met deze klassieke obstakels, anderzijds teert het op een rijke geschiedenis en traditie waarin duurzaamheid van nature vervat zit.

“In de 16e en 17e eeuw was de uitgeverij van Christoffel Plantijn van groot maatschappelijk belang. Het was een plek waar vele stemmen klonken, verenigd rond boeken en taal. Dat engagement trekt het Museum Plantin-Moretus verder door in de huidige werking: het is een ontmoetingsplaats met aandacht voor meerstemmigheid, duurzaamheid en creativiteit.”

Foto’s (c) Monique Verelst

De drang naar duurzaamheid borrelde aanvankelijk spontaan op met de aanwerving van enkele nieuwe collega’s. Een ecoteam zag het licht en probeerde door gerichte sensibilisering en motivering collega’s mee te krijgen. In 2014 werd duurzaamheid in de beleidsnota verankerd. Een win-win voor de stad, personeel en collectie. Geen beleids- zonder actieplan. Duurzaamheid werd hard gemaakt, met mondjesmaat. In 2019 werd duurzaamheid op basis van Agenda 2030 en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen transversaal ingeschoven in de beleidsnota. Daarvoor schakelde het externe begeleiding in en ging het een verfrissende en inspirerende samenwerking aan met andere Antwerpse musea.

 

Ecopolitie

Hoe ga je om met weerstand tegen nieuwe (duurzaamheids)maatregelen binnen je werking? Hoewel het ecoteam soms de bijnaam ecopolitie krijgt toegedicht, initieerde het kleine aanpassingen met een grote impact. Bewustmaking via dialoog en reminders in de vorm van bijvoorbeeld cartoons in toiletten droegen daar sterk aan bij. Tijdens de winter maakt wekelijks een ander personeelslid vegetarische soep voor de collega’s, wat ook een informeel, verbindend moment tussen het team faciliteert. Op vlak van mobiliteit bleek de installatie van meer fietsenparkings een katalysator, maar ook een eenvoudige ingreep als het consequent bedekken van tochtspleten leverde veel op.

En wat doe je als het laaghangend fruit volledig geplukt lijkt? Draagvlak onder personeel en publiek blijft een constante uitdaging. Partnerschappen met koepelorganisaties zoals Greentrack Antwerpen en samenwerkingen met verwante instellingen, maar ook uit onverwachte hoeken, dragen bij aan het verhaal van maatschappelijke relevantie dat de erfgoedinstelling probeert te schrijven. Voorbeelden van co-creatieve initiatieven met andere organisaties zijn inclusieve en educatieve projecten als ‘Cultuurvrienden’, ‘Woordenwolk’ en ‘Luisterogen’ en het buurtproject ‘Zotterikskes’. Vanuit de stad werd het project ‘Werklimaat’, dat aanzet tot energiezuiniger beleid, dan weer omarmd.

 

Mensen maken het verschil

Reduceren en recycleren van tentoonstellingsmateriaal, decors en overschotten zijn bekende uitdagingen in slow conservation. Zo is het behoud van een consistente verhaallijn in de permanente museumcollectie ondanks noodzakelijke wissels van objecten een weerkerend fenomeen. Het hergebruik van tentoonstellingsinfrastructuur wordt mogelijk gemaakt doordat het museum geen grote evenementiële werking kent. De scenografen, die graag nieuwe werelden scheppen voor nieuwe exposities, moeten zich daar dan wel mee verzoenen. Als materialen toch niet meer bruikbaar blijken binnen de instelling, bieden externe (veiling)platformen bijvoorbeeld een circulaire uitweg. Door het historisch karakter van het gebouw zijn ook de renovatiemogelijkheden beperkt: subtiele ingrepen als lederen gordijnen en beter isolerende en lichtreducerende museumgordijnen  genereren resultaten met impact.

Duurzaamheid vergt ook inspanningen van mensen. Dus vallen of staan de ambities met de mensen die er hun schouders onder zetten. Samenwerkingen met lokale overheden, koepelorganisaties en andere musea dragen bij aan het verbreden van het draagvlak. Een generiek beleid is dan ook een uitgesproken wens, maar elke instelling vereist eigen accenten. Ook op internationaal vlak valt er nog veel progressie te boeken en boeiende informatie te rapen. Voorbeelden zijn ICOM, het internationaal netwerk van musea en museumprofessionals, Julie’s Bicycle, een Engelse non-profitorganisatie die de kunstensector aanzet tot actie tegen de klimaatcrisis, en Ki Culture, een mondiale organisatie die de ecologische voetafdruk van de cultuursector tracht te verkleinen. Samenwerking en uitwisseling met collega’s van andere organisaties is ook wat dit traject in samenwerking met FARO beoogt. Houd onze website en nieuwsbrief in de gaten voor volgende activiteiten. Voor vragen over dit traject kan je steeds terecht bij Ruben

Ruben Arnaerts