Regards croisés. Duurzaamheid over de taalgrens : verslag van het bezoek in Brussel
In het voorjaar van 2024 organiseerden Pulse, EventChange en SamenDurable*, 3 bicommunautaire en interregionale activiteiten voor culturele actoren, verspreid over Vlaanderen, Wallonië en Brussel, met als doel het doorbreken van de silo’s, de verspreiding van ideeën, kritische reflectie, verspreiding en vertaling van duurzame initiatieven uit de Belgische culturele sector.
Op dinsdag 21 mei vond in Globe Aroma in Brussel de derde en tevens laatste editie van Regards Croisés plaats. Nadat de eerste ontmoeting in het Théâtre de Liège (19/02) focuste op infrastructuur en de tweede in samenwerking met Greentrack en VierNulVier in Gent (26/03) keek naar de rol van netwerken in de stad, vertrok het derde en laatste evenement in Globe Aroma in Brussel (21/05) vanuit de sterkte die de culturele sector kenmerkt: de artistieke vaardigheden.
Uitgangspunt
Artistiek denken en handelen kan onze verbeelding prikkelen en onze perceptie op radicale wijze veranderen. Is dat niet precies wat we vandaag de dag nodig hebben? Innovatie, verbeelding, risico's nemen, navigeren in chaos, wendbaarheid en kritisch denken, maar ook sociale gevoeligheid, verbinding en empathie… Welke waarde hebben deze artistieke vaardigheden in tijden van crisis en complexiteit? Is het tijd om kunst niet langer als luxe, maar als maatschappelijke noodzaak te beschouwen?
Ruim 50 deelnemers met heel diverse achtergronden kwamen samen voor deze inspirerende dag. De ochtend startte met een presentatie van de kunstenaars Christophe Meierhans (Contrepied), het collectief 3ème Vague (Maxime Arnould, Aurélien Leforestier & Lea Tarrel) en het collectief Terreurwilg (Jeff De Maeyer & Flora Van Canneyt) die het drieluik van in het begin mee opvolgden. Daarna volgde een keynote van onderzoekster Elena Polivtseva.
Tussen de presentaties door was er steeds veel ruimte voor vragen en geanimeerde gesprekken. Globe Aroma bood de perfecte entourage voor een intiem, maar kritisch debat over de vragen en noden van de sector naar het beleid, naar de eigen manier van functioneren en de kracht van de specifieke vaardigheden van de sector. Hoe zetten we die in, met name wanneer we ons werkveld verbreden en buiten de institutionele comfortzone treden?
In de namiddag verdeelden de deelnemers zich over 4 werkgroepen, waar de volgende thema’s aan bod kwamen:
- Transversaal en cross-sectoriaal werken
- Cultuurpolitiek en beleid rond duurzaamheid
- Sociaal rechtvaardige transitie en inclusie
- Artistieke praktijk als model
Radical times ask for radical solutions
We vroegen de kunstenaars ons hun praktijk in 2035 te schetsen. Wat zou er anders zijn? Welke goede en experimentele praktijken van nu, zouden tegen die tijd het nieuwe normaal zijn?
Christophe Meierhans neemt het publiek in een denkoefening waarin instituties verdwenen zijn. Hij schildert een wereld waarin de kunst van haar sokkel is gehaald en een geïntegreerd deel was geworden van ons dagelijks leven. Jeff De Maeyer gelooft dat de kunst zich kan aanpassen. Hij hoopt dat tegen 2035 het bewustzijn dat we moeten produceren in harmonie met onze planetaire grenzen, het nieuwe normaal is. Bij zowel makers, instellingen en (subsidiërende) overheden. Maxime Arnould en Aurélien Leforestier (3ème Vague) zien hoe het kapitalistische narratief de kunst opslokt, met de uitputting van natuurlijke en menselijke bronnen tot gevolg. Met betrekking tot 2035 schilderen zij een radicaal nieuw toekomstbeeld: de Belgische culturele sector heeft een pauze moeten inlassen als gevolg van ontoereikende middelen en werkomstandigheden. Er is hierdoor een levendige peer2peer uitwisseling tussen kunstenaars en hun materiaal ontstaan, er is een model voor solidariteits-taxen ingevoerd, een verzekering voor kunstenaars die voor (commercieel) minder geslaagde projecten gecompenseerd worden… Geen ‘rupture totale’, maar een sterk zelfregulerend systeem, gebaseerd op een brede, maatschappelijke solidariteit.
Lost in Transition
Elena Polivtseva is onafhankelijk onderzoekster naar Europees cultuurbeleid voor o.a. Goethe Instituut, IETM en IFACCA. Haar keynote is gebaseerd op de IETM bijeenkomst met de gelijke titel die in november 2023 plaatsvond in Luxemburg.
Belangrijkste vraag en olifant in de kamer is steeds opnieuw: Hoe kan een doodvermoeide sector de wereld veranderen en wat is de verantwoordelijkheid van zo’n sector in de transitie? En tegelijk: Hoe kan het dat zo’n pluriforme, veelzijdige, krachtige sector zo onzeker is over haar rol in deze transitie?
Zij presenteert de conclusies die tijdens deze twee dagen, waar 122 kunstprofessionals aan deelnamen, werden getrokken. Ze vertrekken vanuit de intrinsieke kracht en het DNA van de sector. En houden rekening met wat de sector zelf kan doen en wat zij nodig heeft van het beleid om dit te kunnen doen.
Vijf motto’s die de basis zouden kunnen zijn voor een ‘Green Sector’:
> Embrace responsibilities
Wij nemen verantwoordelijkheden op waar we kunnen en binnen de grenzen van het haalbare
> Transform the system
We steken geen energie in het worstelen met het systeem, maar veranderen dit van binnenuit
> Explore, pilot and scale-up solutions
Het experiment zit in het DNA van de sector: buit dat uit, geef een podium aan oplossingen, implementeer ze ook in grotere structuren
> Be present in the moment and work long-term
Raak je voeling met de realiteit niet kwijt, wees aanwezig in het nu, maar denk en werk wel op lange termijn
> Aspire for justice
Zoek steeds naar vormen die inclusief zijn en een zo breed mogelijke groep mensen ten goede komt
En ook vijf motto’s die de basis zouden moeten zijn voor een ‘Green Cultural Policy’:
> Turn recognition into better conditions
(H)erkenning blijft nogal symbolisch, maak er écht werk van door de omstandigheden/condities/voorwaarden aan te passen en werkbaarheid te belonen
> Welcome the unexpected in art
De grote kracht van de kunst is dat zij onverwacht is: unexpected = powerful. Omarm die kracht, maak er gebruik van door de beleidsstructuur vorm te geven die niet automatisch meegaan in het huidige utilitaire principe van de sector. Probeert deze te overstijgen, om te beginnen door je financieringsstructuren anders te denken.
> Be an ally, not a pressure point
Bekijk sector als partner voor sociale verandering, en gedrags- en mentaliteitsverandering in plaats van haar steeds te betrachten als linkse activisten. Partners behandel je als gelijken in plaats van een groep professionals die vooral onder controle gehouden moeten worden.
> Focus on communities, not audiences
Richt je op ‘communities’ en bewegingen, gedragenheid en draagvlak. Niet op ‘het publiek’, maar op burgers, maak van kunst en cultuur een dialoog van en een tweerichtingsverkeer, in plaats van de monoloog vanaf de sokkel
> Support art beyond project
Overstijg het projectmatige in denken en werken: wat als ALLE aspecten die komen kijken bij het maakproces, het stimuleren van dialoog en weefsel ook in rekening gebracht worden?
Elena deed onderzoek naar de actuele cultuurprogramma's van de 27 EU-lidstaten en vond van deze visies helaas nauwelijks iets terug. Op de vraag of wij een speciaal ‘groen’ beleid nodig hebben zegt zij: “We don’t need a guide on top of cultural policy, we need to rethink cultural policy from underneath and within, in a way that is natural to the cultural sector. Let’s start from the true power that is so typical to the cultural and creative sectors. It seems necessary to reinvent the sector, instead of going along with the current way of thinking. The beginning, the base, should be to try to work differently with people.“
Wat is de strategie om zo’n beleid grondig aan te passen? Zeker gezien het huidige politieke klimaat lijkt zoiets een immense opgave. Elena Polivsteva verwijst naar de recent publicatie ‘Culture is not an industry’ van Justin O’Connor als bron van inspiratie. Deze Australische cultuurwetenschapper pleit voor een herwaardering van de intrinsieke waarde van cultuur: een benadering voorbij de economisering van cultuur en daarmee ‘de creatieve industrie’. Kunst en cultuur zouden een essentieel onderdeel van democratie moeten zijn: een plek waar vrijuit over ideeën kan worden nagedacht en een voedingsbodem voor radicale verandering. De verindustrialisering van cultuur zorgt er echter voor dat de manier waarop deze kan bijdragen aan politieke verbeelding verdrongen wordt.
De sector heeft een duidelijk hefboomwerking om mensen voor de transitie te inspireren en te motiveren. Het huidige politieke klimaat erkent die kracht, maar wil ze vooral inzetten voor haar eigen ideologie. Willen we effectief en krachtig zijn, zullen we de juiste voorwaarden moeten scheppen om de transitie te realiseren. Dit zou in de komende jaren in het centrum van ons cultuurbeleid moeten staan.
Werkgroepen
In de vier werkgroepen wordt dieper ingegaan op de bouwstenen voor een sociaal rechtvaardige transitie, waarin kunst en cultuur een hoofdrol spelen.
- transversale praktijken, ofwel het uitbreken uit de silo’s. Er zijn hier al talloze mooie praktijken, maar die zijn nog te weinig zichtbaar. Transversale praktijken werken vooral op kleine, lokale schaal bijzonder goed.
- aangepast beleid, dat de sector als belangrijke speler erkent, maar deze ook de vrijheid laat om hierin zelf haar weg te vinden en zich zo als ‘exemplarische’ praktijk te ontwikkelen. Vertrouwen en voldoende tijd, ruimte en middelen zijn steeds terugkerende thema’s.
- sociale rechtvaardigheid en inclusie als basisprincipe voor een transitie die niet alleen niemand achterlaat, maar ook weet dat ze wint bij het luisteren naar en omarmen van een diversiteit aan stemmen.
- de artistieke praktijk als model en haar vaardigheden als troef. Zonder het doel deze te willen beheersen en te instrumentaliseren, maar haar integendeel los te laten en hierdoor vleugels te geven om er dan de vruchten van te plukken.
*SamenDurable is een initiatief van de Brusselse culturele netwerken RAB/BKO, Brussels Museums, La Concertation Action Culturelle Bruxelloise (LAC), in nauwe samenwerking met EventChange en Pulse Transitienetwerk. SamenDurable wordt gesteund door de Nationale Loterij, de Stad Brussel, de Vlaamse Gemeenschap, de Federatie Wallonië-Brussel en COCOF.